De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt worden gespecificeerd:
(bedragen x € 1.000) | ||
31-12-2022 | 31-12-2021 | |
Vorderingen op openbare lichamen | 52.301 | 41.403 |
Rekening courant verhoudingen met niet financiële instellingen | 4.506 | 1.743 |
Overige vorderingen | 28.951 | 23.493 |
Totaal | 85.758 | 66.639 |
Toelichting
Bovenstaande tabel geeft inzicht in de kortlopende vorderingen die de gemeente heeft.
Het totaal ad € 85,8 mln. is uit te splitsen in:
- Vorderingen op openbare lichamen: Dit betreft een vordering op de belastingdienst van
€ 27,3 mln. in het kader van het BTW-compensatiefonds (BCF). Daarnaast is een kasgeldlening verstrekt aan gemeente Utrecht voor € 25,0 mln. - De Rekening Courant verhoudingen met niet financiële instellingen betreft de positie met Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten(SVN) voor in totaal € 2,6 (2021: € 1,7 mln.) en schatkistbankieren via ministerie van financiën voor € 1,9 mln.
- De overige vorderingen, waarop uit hoofde van voorzichtigheid een voorziening voor oninbaarheid op in mindering is gebracht, betreffen private vorderingen € 4,8 mln.
(2021: € 5,7 mln.), vorderingen voor inning van onder meer belastingen, bouwleges € 16,8 mln. (2021: € 12 mln.) en de Participatiewet € 16,9 mln. (2021: € 15,0) . Het totaal aan voorzieningen voor de drie vorengenoemde categorieën bedraagt € 9,5 mln. (2021: € 9,2 mln.). - De voorziening is getroffen voor:
- private debiteuren € 0,3 mln. (2021: € 0,3 mln.)
- sociale zaken debiteuren € 7,4 mln. (2021: € 7,5 mln.)
- publiek rechtelijke belasting debiteuren € 1,8 mln. (2021: € 1,4 mln.)
Door het college van B&W zijn kaders gegeven voor de bepaling van de voorzieningen.