Leningenportefeuille
De leningenportefeuille bestaat ultimo 2022 nog steeds voor het grootste deel uit fixe-leningen. Dit zijn leningen met een vaste looptijd die aan het eind van de looptijd in zijn geheel worden afgelost. De gemiddelde rente over de langlopende leningenportefeuille (swaps en leningen) is ultimo 2022 gedaald tot net onder 1,3 %.
Leningenportefeuille kort & lang | Opgenomen | Uitgezet | Saldo |
---|---|---|---|
Stand per 1 januari 2022 | 599 | 46 | 553 |
Stand per 31 december 2022 | 579 | 43 | 536 |
Gemiddelde rente per 1 januari 2022 | 1,3 % | ||
Gemiddelde rente per 31-12 2022 | 1,2 % | ||
Gemiddelde looptijd langlopende leningen | 8,7 jaar |
Tabel 2 (bedragen x € 1 mln.)
Ondanks de in 2022 sterk gestegen rente is de gemiddelde rente zelfs nog iets gedaald. Dat komt omdat onze herfinancieringen in het begin van 2022 zijn uitgevoerd tegen op dat moment nog lage rentes.
In de leningportefeuille zijn ook de kasgeldleningen onder Swaps opgenomen. Momenteel lopen er nog 5 Swaps waarvan 3 bij de Rabobank en 2 bij de Deutsche Bank. Met de Deutsche Bank zijn in 2022 twee swaps beiden groot € 10 mln. afgewikkeld en doorgezakt naar de BNG. Dit wil zeggen dat ze zijn omgezet in een langlopende geldlening.
Primair surplus
Het primair surplus geeft aan hoeveel budget er jaarlijks beschikbaar is voor het aflossen van de schuld. Dit surplus bestaat uit twee componenten:
- De afschrijvingen in de begroting
- Resultaat op de begroting vóór de mutaties reserves (exploitatieresultaat)
In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van het primair surplus weergegeven over de afgelopen jaren:
Figuur 2
Als we het primair surplus oftewel de aflossingscapaciteit vanuit de begroting afzetten tegen het investeringsvolume wordt daarmee zichtbaar of de schuld groeit of daalt (het financieringsresultaat).
Figuur 3
Zolang het financieringsresultaat negatief is neemt de schuld normaliter toe. De afgelopen jaren is dit niet gebeurd vanwege de ontvangst van veel rijkssubsidies.
In de afgelopen jaren is, met uitzondering van 2015, zichtbaar dat de investeringen hoger zijn dan er beschikbaar is vanuit het primair surplus. Ook voor de begrote bedragen vanaf 2022 is zichtbaar dat de schuld verder toeneemt. Opgemerkt wordt dat de begrote investeringen nooit volledig gerealiseerd worden. In de praktijk is de gemiddelde realisatie 75 %. Het financieringsresultaat is in 2022 hierdoor minder negatief dan geraamd. Over 2022 is 58 % van de investeringen gerealiseerd.
Tegenover nieuwe schuld staat ook nieuw bezit. Investeringen die er in veel gevallen ook voor zorgen dat de baten voor bestemming (leges, OZB, erfpacht) stijgen. Het gevolg van de ambitieuze investeringsstrategie in Zaanstad betekent ook een toename van de afschrijvingslasten. Investeringen leiden tot nieuwe leningen. De rente en aflossing voor deze leningen moeten betaald worden uit de totale kasstromen vanwege de integrale financiering door de gemeente.
De uitbreidingsinvesteringen die via Investeringsfonds en Transformatiefonds hun beslag krijgen zullen de raad in staat stellen ambities bij te stellen en prioritering aan te brengen waarbij de nadruk wordt gelegd op rendabiliteit en waardecreatie voor de stad.