Rente
Figuur 4
Door de tot eind 2021 gestaag dalende rente maken de rentelasten inmiddels minder dan 1,2 % uit van de totale begrotingsomvang. De verwachting is dat dit percentage vanwege de in 2022 sterk gestegen rente gaat stijgen. Door tijdige financiering in 2022 (februari) is het percentage zelfs nog iets gedaald. Tegelijkertijd stelt het de gemeente in staat te blijven investeren in de stad zonder dat dit gepaard gaat met stijgende kapitaallasten. De schuld stijgt echter wel.
In de buffer tegen een eventuele rentestijging is er sprake van meerdere verdedigingslinies:
- Feitelijk is een groot deel van de rentelasten van de huidige schuld van Zaanstad “ongevoelig” voor rentestijgingen. Het gaat hier bijvoorbeeld om de kapitaallasten gedekt door leges alsmede erfpachtbaten en grondexploitaties.
- Beheersing van het renterisico door looptijdverlenging van de leningenportefeuille zodat er minder blootstelling is aan de rente door herfinanciering in toekomstige jaren.
- In de meerjarenbegroting wordt rekening gehouden met een stijgende lange rente en stijgende korte rente.
- De looptijdverlenging van de leningenportefeuille bij de dalende rente van de afgelopen jaren stelt de gemeente in staat ook bij een mogelijke rentestijging de komende jaren de rentelasten toch relatief laag te houden door tegen kortere looptijden te financieren.
Rente ontwikkelingen dit jaar
Het jaar 2022 was niet alleen voor de rente en de hoge inflatie een roerig jaar. De ECB heeft de rente in 2022 vier maal verhoogd tot in totaal 2 % eind december 2022. Voor 2022 is in totaal € 90 mln. aan nieuwe langlopende leningen afgesloten (herfinanciering en nieuwe leningen) met een gemiddelde looptijd van 11,7 jaar tegen een gemiddeld percentage van 1,1%. Het beleid is erop gericht om in toekomstige jaren bij een eventuele stijging van de lange rente ook tegen lage rente te kunnen financieren door bijvoorbeeld voor kortere looptijden te kiezen. Daarnaast blijft optimale benutting van de kasgeldlimiet het streven. Dit gebeurde met zogenaamde kasgeldleningen met looptijden die variëren van een week tot enkele maanden. In 2022 hebben we hier minder gebruik van gemaakt. Vanaf september 2022 zijn de rentepercentages op kasgeldleningen in de plus gekomen. Ultimo 2022 bedroeg de korte financiering uit kasgeldleningen dan ook € 0 mln. We hebben alleen voor € 52 mln. kasgeldleningen aangetrokken om onze Swaps af te dekken.
Renteschema conform BBV
Bedragen x € 1.000 | ||
2022 | Begroting | Realisatie |
SCHEMA RENTETOEREKENING: | ||
Externe rentelasten lang/kort OG | 8.197 | 8.520 |
Externe rentebaten | 731 | 1.109 |
Totaal door te rekenen externe rente | 7.466 | 7.411 |
MINUS: | ||
Rente aan grexen door te berekenen | 381 | 683 |
PLUS: | ||
Rentevergoeding over EV | 1.992 | 2.197 |
Rentevergoeding over Voorzieningen CW | 140 | 218 |
Bedrijfsvoeringslasten / kosten betalingsverkeer | 84 | 134 |
Totaal plus | 2.216 | 2.549 |
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente | 9.301 | 9.277 |
RENTERESULTAAT: | ||
De werkelijk aan taakvelden toegerekende rente | 10.280 | 9.724 |
Renteresultaat taakveld treasury | 979 | 447 |
OMSLAGPERCENTAGES: | ||
Boekwaarde relevante/integraal gefinancierde activa 1 jan | 822.400 | 780.980 |
Uitkomst aan taakvelden toe te rekenen percentage | 1,13 % | 1,19 % |
Gehanteerde rekenrente | 1,25 % | 1,25 % |
Tabel 4
De rekenrente mag met een marge van 0,5 % worden afgerond. Het renteresultaat bedraagt € 0,4 mln. Dit is € 0,4 mln. lager dan geraamd bij de primitieve begroting. De verschillen zijn verklaard bij het product financiering en het programma bestuur en financiën.