Bedragen x € 1.000
Werk, inkomen en economie | Begroting na wijziging | Realisatie | Verschil | |
---|---|---|---|---|
Lasten | 119.107 | 111.221 | -7.886 | |
Baten | -66.657 | -64.914 | 1.743 | |
Saldo | 52.450 | 46.307 | -6.143 | |
Toevoegingen reserves | 9.466 | 9.466 | 0 | |
Onttrekkingen reserves | -9.054 | -7.278 | 1.776 | |
Saldo na bestemming | 52.861 | 48.494 | -4.367 |
Toelichting op afwijkingen per programma
Toelichting saldo
Hieronder volgt per onderdeel een toelichting.
Programma 2 heeft over 2022 een positief saldo van -€ 4,37 mln. Het saldo bestaat uit -€ 7,89 mln. lagere lasten, € 1,74 mln. lagere baten en € 1,77 mln. lagere onttrekkingen aan reserves.
Van dit voordeel heeft € 2,52 mln. betrekking op werkzaamheden, welke doorlopen in 2023. Dat zijn de volgende:
Energietoeslag | € 2,38 mln |
---|---|
Breed offensief Participatie | € 0,14 mln |
Totaal | € 2,52 mln |
Bij de Narap 2022 was deze budgetoverheveling nog onvoldoende in te schatten. Via de resultaatbestemming 2022 in de Voorjaarsnota 2023 wordt voorgesteld om dit restantbudget alsnog over te hevelen naar 2023.
Hieronder volgt per onderdeel een toelichting:
Lasten
De lagere lasten bij meer ruimte voor ondernemerschap en werkgelegenheid zijn lager uitgevallen door lagere uitgaven op het lokaal economisch beleid (- € 0,08 mln). Dat komt voornamelijk doordat het totaal van de aangevraagde coronasubsidie Reuring lager is uitgevallen dan het beschikbaar gestelde subsidieplafond. Verder zijn er lagere uitgaven voor bedrijfsbegeleiding (- € 0,15 mln.) omdat de activiteiten zijn opgestart na de beleidsintensivering voor de woningbouwimpulsen (WBI) voor bedrijven en industrie.
Bij de transitie naar een CO-2 neutrale samenleving zijn de lasten lager vanwege een langere opstarttijd van activiteiten bij de projecten betreffende de specifieke uitkering energiearmoede (-€ 0,60 mln.).
Minder mensen dan verwacht hebben een beroep gedaan op ondersteuning van de gemeente. De inburgering van statushouders onder de nieuwe wet is later in het jaar van start gegaan. Dit heeft geleid tot lagere kosten (-€ 1,30 mln). Daarnaast zijn de loonkosten voor WSW-medewerkers bij Werkom ook lager dan verwacht (-€ 0,16 mln). Ook jongvolwassenen hebben minder beroep gedaan op de gemeente voor ondersteuning bij werken en leren. Daarnaast heeft het Rijk in september middelen verstrekt voor een aanpak ‘Breed Offensief’. Hiervoor is extra capaciteit nodig, die in de loop van 2023 wordt verwacht (-€ 0,27 mln).
Zaanstad faciliteert de administratie van de samenwerking in de arbeidsmarktregio. Een deel van de plannen van de samenwerkende partijen hebben minder geld gekost dan verwacht en een deel van de plannen is niet uitgevoerd (-€ 1,42 mln).
De invoering van de stadspas is verschoven naar 2023 (-€ 0,34 mln). Het bleek niet mogelijk om de verstrekking van de energietoeslag in 2022 helemaal af te krijgen. Hiermee wordt doorgegaan in 2023 (-€ 1,82 mln). De start van de verstrekking van lunches op scholen hebben wij versneld gerealiseerd (-€ 0,10 mln). De uitgaven voor hulp bij schulden zijn lager door minder vraag van ondernemers. De sociale wijkteams konden niet alle plannen uitvoeren door een tekort aan personeel (-€ 0,26 mln).
Wij hebben minder bijstandsuitkeringen betaald. De uitstroom uit de bijstand hield aan als gevolgd van de krappe arbeidsmarkt (-€ 0,95 mln). Wij hebben meer Bijstand Besluit Zelfstandigen uitkeringen (BBZ-light) betaald dan begroot. De vraag was groter dan verwacht (€ 0,86 mln). Wij lichten het voordeel op de apparaatskosten toe in de paragraaf bedrijfsvoering (-0,59 mln).
Wij betalen minder terug aan het Rijk voor de Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandige Ondernemers (Tozo). Wij hebben minder Tozo terug hebben gevorderd dan verwacht op basis van de trend(-€ 0,43 mln). Wij hebben minder loonkostensubsidies verstrekt. Wij verwachtten een hoger bedrag omdat Rijk dat liet weten (-€ 0,23 mln).
Baten
De baten zijn lager uitgevallen door een lagere vrijval van de subsidies. Het gaat om projecten betreffende de specifieke uitkering energie armoede en verduurzaming en het Volkshuisvestingsfonds (€ 0,60 mln).
Een deel van de kosten van inburgering betalen wij uit een rijksbijdrage op basis van werkelijke kosten. Omdat de werkelijke kosten lager zijn dan begroot ontvangen wij minder rijksbijdrage (€ 0,97 mln).
De arbeidsmarktregio en het Regionaal Mobiliteits Team hebben minder inkomsten, omdat minder werkzaamheden zijn doorgegaan in 2022 (€ 0,39).
Wij hebben minder Tozo-uitkeringen teruggevorderd dan verwacht. De ontwikkeling uit het 1e halfjaar is niet doorgegaan in het 2e halfjaar (€ 0,43 mln).
Onttrekkingen
Wij betalen de kosten van de arbeidsmarktregio uit de reserve arbeidsmarktregio. De onttrekking aan de reserve is lager. De gezamenlijke partners hebben meer tijd nodig om alle plannen uit te voeren (€ 0,97 mln). De uitvoering van de RegioDeal ZaanIJ verloopt minder snel dan gepland. Wij hebben daarom minder geld aan de reserve RegioDeal gehaald (€ 0,66 mln).